Fraude bestrijden en alle inkomsten op een rechtvaardige manier innen, kan maar pas als het bankgeheim volledig wordt opgeheven en dat er een vermogenskadaster wordt ingevoerd
Het bankgeheim moet volledig verdwijnen
Als het bankgeheim volledig wordt opgeheven, heeft dit enkel maar voordelen. Zo kan de fiscus eindelijk werk maken van een rechtvaardige taxatie. Bovendien wordt België her en der al bestempeld als een belastingparadijs. En dat is slecht voor ons imago en onverteerbaar voor de gewone belastingbetaler.
Wat moet daarom gebeuren?
- Het bankgeheim of discretieplicht (of hoe men dat ook wil noemen) moet ogenblikkelijk uit de wet verdwijnen;
- De fiscus moet toegang krijgen tot de bankgegevens die automatisch worden aangeleverd door de banken;
- Er moeten zware sancties en controles op belastingontduiking komen;
- België moet informatie uitwisselen met buitenlandse administraties over het vermogen dat men in het buitenland aanhoudt;
- Elk jaar een lijst op te stellen met de namen van de begunstigden van interesten, dividenden, meerwaarden en andere financiële inkomsten;
- Alle vertrek van kapitaal uit België te melden met identificatie van de opdrachtgever.
Geen versoepeling
Op dit moment liggen er voorstellen op tafel om het bankgeheim niet volledig af te schaffen, maar te versoepelen. Nu staat er in de wet dat het bankgeheim kan opgeheven worden als er ‘concrete elementen zijn die het bestaan of de voorbereiding van belastingontduiking kunnen vermoeden’. Dat zinnetje zou vervangen worden door ‘aanwijzingen die kunnen vermoeden dat de verschuldigde belasting hoger is dan blijkt uit de aangegeven inkomsten.”
Onvoldoende!
Het bankgeheim ‘versoepelen’ is nog altijd niet het bankgeheim ‘volledig’ opheffen. Het blijft dus een zachte versie van dat wat het FAN/RJF vraagt; namelijk het opheffen van het artikel 318 van het Wetboek op de Inkomstenbelasting en van artikel 62bis van het BTW-wetboek. Dit maakt dat de banken verplicht zijn om automatisch inlichtingen te verstrekken aan de fiscus. We hebben daar goede redenen voor om dit zo te stellen. Wanneer enkel het bankgeheim wordt opgeheven als er aanwijzingen zijn van ‘grote fiscale fraude’ dan heeft het verleden al aangetoond dat dit moeilijk aan te tonen valt. Het is trouwens ook een vaag begrip! Wanneer mag men spreken van ‘grote fraude’? En wat is het verschil met de wetgeving die er vandaag al bestaat? Het bankgeheim mag immers opgeheven worden wanneer er na een “ernstig” onderzoek sterke vermoedens van fraude bestaan. Naast dit alles is het nog altijd niet mogelijk dat de taxatieambtenaar zich tot de banken kan wenden om inlichtingen in te zamelen.
Het vermogenskadaster
Om tot rechtvaardige belastingen te komen is een vermogenskadaster noodzakelijk. Een vermogenskadaster kan samengesteld worden als het bankgeheim volledig opgeheven is. Niemand valt over het feit dat je van bijna al het onroe¬rend goed (bv: huizen) in België kan zeggen wie de eigenaar is. Als je hetzelfde wil voor het roerend vermogen (aandelen, kasbons, obligaties), is het land te klein. Nochtans is een kadaster van de roerende vermogens (een register waarin al het roerend bezit van de Belgen staat genoteerd, een beetje zoals het onroerend kadas¬ter dat nu al bestaat) onontbeerlijk als je wil dat de fiscus een overzicht krijgt van het vermogen om het te kunnen belasten. Net zoals de fiscus dat nu al doet met ons loon. Zo’n roerend kadaster, of vermogenskadaster hangt nauw samen met het bekend¬maken van de intresten e.d. door de banken. Je kan zo’n kadaster niet opstarten als je de financiële instellingen blijft toelaten mist te spuiten over het vermogen van hun klanten. Anderzijds is zo’n kadaster een sterk wapen tegen de fraude van de roeren¬de inkomens: de fiscus kan nagaan of je aangifte wel in verhouding staat tot wat je bezit.

Recente berichten